Sunday, February 22, 2009

Mensenreparatieweek

Een mens is geen machine. Arnold Schwarzenegger uitgezonderd uiteraard. En alle gebotoxte celebreties vergeet ik ook maar even gemakshalve. Een mens is geen machine. Maar begeef je in het ziekenhuiscircuit en je ziel en zaligheid zijn niet meer waard dan een bezoekje aan de PC-boer op de hoek.

Mijn familie vergrijst (80+). De tegeltjeswijsheid leert dat de ouderdom komt met gebreken. En zo komt het te pas dat mijn naamgever (Jan) morgen op mag voor zijn eerste chemokuur om een agressieve longkanker te bestrijden. Vrijdag volgt zijn broer, mijn vader en andere naamgever (Aart), die kennis mag maken met de de liesbreukpoli in Zeist voor een reparatie van dit nare kwaaltje. "Alsof ik een fietsband ga plakken” vertelde de chirurg met een blije glimlach tijdens de intake. Yeah right...

Is de mens een machine? Alsof je een fietsband repareert. Stop er wat chemicaliën in. Mix het met een forse dosis radio-activiteit. Even schudden: klaar!

In het Universiteitsmuseum te Utrecht kan je een rariteitenkabinet bekijken van medische ontwikkelingen uit de afgelopen eeuw. Een voet-aangedreven tandartsboor: auw! Doe mij maar een spuit en een fijn elektrisch aangedreven diamantboortje. Foetussen met dubbele hoofden en zes vingers, een rondje Museumkwartier en je weet alles wat je eigenlijk niet wilt weten.

Een mens is geen machine. De komende week geven geliefde familieleden zich over aan de verworvenheden van de medische wetenschap. De één gaat de strijd aan tegen een helse longkanker, de ander wil af van een liesbreuk.

Mijn hoofd is geen verzameling van nullen en éénen. Een mens is geen machine! Toitoi voor de mensen die 'seriously' gaan kennismaken met het medische circuit...

Saturday, February 7, 2009

Naar het toilet

Op het werk ben ik verhuisd naar een nieuwe kamer in een andere vleugel van het gebouw. Het is altijd weer even wennen, zo'n nieuwe plek. Maar als je mij vraagt wat de grootste verandering is, dan heb ik niet over het vernieuwde uitzicht, maar moet ik verwijzen naar het toilet. Niet alleen de potjes en urinoirs zijn anders, maar ook kom je er bewoners tegen van afdelingen waar je voorheen nog niet zo'n intiem contact mee had.

Niemand praat er graag over, maar over de sanitaire gewoontes van toiletbewoners zou je menig boekje vol kunnen schrijven. Dat voor straks, eerst maar eens de fysieke eigenschappen van het nieuwe onderkomen voor plasje en poepje tegen het licht houden. Bij de eerste inspectie maakte ik meteen een mindwarp naar het begin van de jaren 80. Met de middelbare school gingen we wel eens op kamp. Je kwam dan terecht op een massale tweederangscamping of een echt kamp, met barakken enzo. Nou, denk aan het sanitair van een goedkopere camping en je hebt voor ogen wat tegen me knipoogde toen ik de deur van het herentoilet voor het eerst opende.

Het heeft ook wel weer z'n positieve kanten. Door het open karakter (de deuren hebben geen onderkant, dus zelfs een onvoorziene zondvloed is geen probleem) van het nieuwe toilettenblokje, is het eenvoudig om contact te maken en houden met anderen die de babi pangang van gisteren komen wegbrengen.

Er wordt een kindje geboren! Mijn mobieltje viel bijna in de pot toen ik aanstalten maakte om 112 te bellen. Uit het hokje naast mij klonken namelijk geluiden die ik herkende van reality tv. Maar nee, de diepte van het gekreun verraadde teveel testosteron en ik stopte mijn mobieltje weer weg. Ik betrap me erop dat ik altijd een gezicht probeer te koppelen aan het gegrom, gekreun, gerochel, gefluim en gekerm uit dat hokje naast me. Is het soms die klerk in véél te bontgekleurd overhemd die altijd zijn ogen wegdraait als ik hem passeer op de gang? Of toch die brutale grapjas waarvan iedereen zich afvraagt wat nou precies zijn functie is?



Dan heb je de gehaasten. Zit je lekker stil de denker van Rodin na te doen, komt er een wervelwind je intieme wereldje binnengeraasd. Aan jouw deur trekken (je ziet het rode vlakje van het slot toch, súkkel!). Volgende hokje. De halve voorraad wc-papier wordt in één haal van de rol getrokken, plons plons, drie keer doortrekken en wég is 'ie weer. Onthaasten man, ontháásten!

Maar hoe interessant deze dagelijkse 'in vivo' studie ook is, voor mijn gemoed is alle onrust op het veredelde campingtoilet teveel geworden. Temeer omdat de kamer van het afdelingshoofd strategisch is gelegen tegenover de ingang van 'het kleinste kamertje'! Mijn oplossing? Ik sluip slinks naar mijn favoriete potje in de lege kantoorvleugel die we hebben achtergelaten na de verhuizing. Lekker stil, lekker schoon en lekker vertrouwd!